29 oktober 1919, bij een lezing van Jan Gratama

Categorie: Historie

Geschreven door:
Gepubliceerd op:
Kunstenaar(s):

Hij was niet de grondlegger maar wel één van de boegbeelden van de ‘Amsterdamse School’, de architect Jan Gratama. De naam ‘Amsterdamse School’ kwam uit zijn brein voort en hij had een grote invloed op de stedebouwkundige ontwikkelingen in Amsterdam rond het begin van de 20e eeuw.
De Limburgsche Kunstkring had hem uitgenodigd om een lezing te komen geven, een lezing die hoogstwaarschijnlijk in Maastricht gegeven zal zijn.
Uit het welkomst- en dank toespraakje van Rob Graafland aan het adres van de heer Gratama valt op te maken dat de lezing ging over

Een nieuwe richting van de kunst die zooveel van zich doet spreken, doch waarvan de meesten van ons nog slechts een nevelachtige voorstelling hebben

De lezing zal hoogstwaarschijnlijk over de Amsterdamse School gegaan zijn. Jan Gratama was naast architect ook schilder en tekenaar, maar hij schijnt vooral zijn invloed als architect misbruikt te hebben in een nogal dubieuze vriendjespolitiek. Volgens de Wikipedia was hij ‘mede-verantwoordelijk voor het voortrekken en het bevoordelen van architecten die de Amsterdamse Schoolstijl aanhingen, en voor het tegenwerken van architecten die de voorkeur gaven aan andere bouwstijlen’

Geachte Dames en Heeren,
Bij afwezigheid van de voorzitter van de Limburgsche Kunstkring is het voor mij een eer en een genoegen een woord van welkom te richten tot de spreker van dezen avond, den heer Jan Gratama.
Ik doe dit met te meer vrijmoedigheid omdat het succes dat de geachte spreker bij vroegere gelegenheden in zoo ruime mate heeft mogen inoogsten, de Limburgsche Kunstkring een waarborg is dat het bestuur een gelukkige keuze deed toen het hem uitnodigde om ons voor te lichten op een terrein waarop zoovelen zich nog een vreemdeling moeten achten. Het betreft hier een nieuwe richting van de kunst die zooveel van zich doet spreken, doch waarvan de meesten van ons nog slechts een nevelachtige voorstelling hebben. Ik reken mijzelf tot die onkundigen en haast me het woord te geven aan de geachte spreker.

Geachte vergadering, (dankwoord)
Moest ik bij aanvang spreken van onze onkunde over het onderwep dat de geachte spreker inleidde, ik ben er zeker van dat ik het gevoelen van de meerderheid der aanwezigen uitdruk, wanneer ik na de heldere voorstelling van den heer Gratama hem mijn dank breng door te zeggen dat wij thans van onkundigen deskundigen zijn geworden. Ik eindig met de hoop uit te spreken dat de heer Gratama ons nog meermalen zal laten genieten van zijn zoo diep doorwrochte aesthetica en zijn kleurige vorm waarmee hij zijn picturale gevechten ons weet mede te deelen.
R. Graafland.

(Transcriptie uit het handschrift: Jos Solberg)