Limburgse Kunstkring, erkend bij Koninklijk Besluit op 24 maart 1911 nr. 52. (verzoek in 1910)
Bijgevoegd: art. Ned. Staatscourant van zondag 27 april 1911 nr. 98.
Gewijzigd; bij Koninklijk Besluit op 17 december 1919 nr. 60
Bijgevoegd: art. Ned. Staatscourant van woensdag 4 februari 1920 nr. 24.
Maastricht – januari 1919
Aan de leden van de gemeenteraad van Maastricht,
Ondergetekenden, voorzitter en secretaris van de vereeniging ‘Limburgse Kunstkring’ hebben de eer zich hierbij tot U te wenden ter voldoening van een plicht der dankbaarheid voor de onderscheiding welke voornoemde kunstkring op den 2e kerstdag van 1918 te beurt viel toen de leden verrast werden door het officiële Bezoek van de gemeentelijke overheid te Maastricht aan de schilderijententoonstelling in een van de bovenzalen van de Soc. Momus alhier.
Dat bezoek kan niet anders dan bevorderlijk zijn aan het doel dat de LK beoogt, nl. den kunstzin van de burgerij aan te kweeken en zoodoende mede te werken tot verhooging van het culturele peil der bevolking in stad en gewest. Onnoodig U te zeggen welk een hooge waarde de vereniging ook hecht aan aan het feit dat bovengenoemd bezoek aanleiding gaf tot den niet onaanzienlijken aankoop van kunstproducten ten behoeve en ten luste van den gemeenteraad.
Tevens maakt zij van deze gelegenheid gebruik Uw aandacht te vestigen op het voornemen van de Kunstkring om dergelijke tentoonstellingen in de toekomst vaker te houden en meer vruchten te doen afwerpen, meer speciaal ook voor den werkmansstand alhier.
Ook deze immers moet onder de opvoedende kracht van de kunst worden gebracht.
In verband hiermee acht de kunstkring echter een afzonderlijke tentoonstellingszaal (voor iedereen kosteloos te bezoeken) beslist noodzakelijk. Zoals U bij Uw bezoek aan de tentoonstelling zult hebben bemerkt zijn de bovenvertrekken van Momus door hunne belichting en door hunne weinige toegankelijkheid voor personen, uit de maatschappelijke lagen bestaande volksklasse, bepaald ongeschikt om de breedere lagen der burgerij tot een bezoek te prikkelen. ‘kunst voor allen’ is alleen bestaanbaar bij een lokaliteit die rechtstreeks van de straat betreden kan worden.
Ondergetekenden eindigen dus om U met gepaste bescheidenheid te verzoeken aan den Limburgse Kunstkring een vast gebouw voor tentoonstellingen van bovenbedoelden aard te willen afstaan in de vaste overtuiging dat zulks de aesthetische ontwikkeling van de Maastrichtse burgerij zeer ten goede zal komen. Hopende dat U op ons verzoek goedgunstig zult beschikken.
Namens ondergetekende met verschuldigde eerbied,
Uw meest toegewijde dienaar,
V. Smeets
Uit de nalatenschap van Jef Notermans. Het handgeschreven origineel van V. Smeets werd
aan de LKK geschonken door Harry J. Hendriks van het Antiquariaat ‘De Keerkring’ in Malden.
(Transcriptie uit het handschrift: Jos Solberg)