De grote expositie ‘Homeless’ van de Limburgse Kunstkring in Museum Valkenburg begint 26 juli aan de laatste week. Zondag 31 juli zal de laatste dag zijn van deze expositie die nu al een succes genoemd mag worden. Bezoekers blijken gegrepen door de wijze waarop de 17 deelnemende kunstenaars en gastexposante Marly Penders hun betrokkenheid met het vluchtelingen- en daklozenprobleem vorm hebben gegeven.
De expositie kijkt de bezoeker diep in de ogen
Op de bovenverdieping van het museum is een grote diversiteit te zien in niet alleen de manier van werken van de kunstenaars maar ook in hun manier van kijken.
Medeleven met totaal ontheemde bootvluchtelingen, met kinderen die ergens aan een grens hun ouders uit het oog hebben verloren, met asielzoekers die stranden in het labyrint van onze westerse bureaucratie. Andere kunstenaars werpen een kritische blik op de waanzinnig grote verschillen tussen arm en rijk. De tentoonstelling is vormgegeven in een geschilderde dakloze straatbedelaar die onmogelijk bij het echte schoteltje met echt geld kan komen dat voor zijn neus staat. En in een reisgids voor vluchtelingen met een verwijzing naar de ongebreidelde reislust van de rijke westerling, in een schilderij waarin de kunstenaar zichzelf schildert, in een glazen vierluik dat pijn en versplintering symboliseert, in een video waarin een kind-vluchteling zich diep in de ogen laat kijken terwijl hij zijn verhaal vertelt. Spreekt dat kind daarmee het geweten van de bezoeker aan? Kijkt die jongen die zijn halve leven besteedde aan vluchten, kijkt de hele expositie juist niet de bezoeker heel diep in de ogen?
‘Ik ben begonnen mezelf te schilderen terwijl ik een groep vluchtelingen aan ’t schilderen ben. Schilderend stel ik vast dat mijn zelfportret het contrast tussen ‘Home’ en ‘Homeless’ alleen nog maar vergroot’ (Georges Daemen)