6 november 1919 Limburgse Federatie van Kunstkringen

Categorie: Historie

Geschreven door:
Gepubliceerd op:
Kunstenaar(s):

Poging om tot een federatie van vier Limburgse kunstkringen te komen.

In onderstaande twee brieven uit 1919 en 1920 doet de Limburgsche Kunstkring een poging om tot een Federatie van de vier Limburgse Kunstkringen te komen. Daarbij stelt de Limburgsche Kunstkring dat zij wat beeldende kunst betreft de leiding behoort te krijgen, anders doet zij niet mee aan de Federatie.
De Limburgsche Kunstkring (Maastricht) en de Kunstkring Limburg (Heerlen) samen met Roermond en Venlo in één federatie waarbij Maastricht bovendien de voorwaarden stelt? Het lijkt ons een erg optimistische (of arrogante?) gedachte. Maar toch blijkt uit een derde brief uit 1920 dat Maastricht, Heerlen en Roermond tot overeenstemming zijn gekomen. Opvallend is echter wel dat in de resterende brieven in het ‘brievenboek’ van Victor Smeets (dat gaat tot 1924) de Federatie met geen enkel woord meer genoemd wordt.

Samenwerking blijkt overigens in de loop van de geschiedenis steeds weer heel erg lastig te zijn:
In 1936 kreeg de Limburgsche Kunstkring te maken met een scheuring en ook uit een krantenartikel uit 1944 blijkt dat het samenwerkingsprobleem 25 jaar ná deze brieven nog steeds bestaat.

Maastricht 6 november 1919.
Aan de Kunstkring Limburg te Heerlen.
Aan de Roermondse Kunstvereniging te Roermond.
Aan de Kunstvereniging van Venlo.

In zijn laatste vergadering heeft het bestuur van de Limburgsche Kunstkring te Maastricht met algemene stemmen besloten stappen te doen tot het bereiken van een reeds lang door hen gekoesterde wensch nl. het vormen, op federale grondslag, van een Bond omvattend alle in Limburg gevestigde kunstuitingen.
Het bestuur van de Limburgsche Kunstkring te Maastricht hoopt dat het uwerzijds op sympathie en steun voor het bereiken van dat doel mag rekenen.
Het is daarom zoo vrij u te vragen of gij genegen zijt Uwe gedachten over die kwestie te laten gaan en of gij bijvoorbeeld een schema zoudt kunnen opmaken,
wat zou kunnen dienen als handleiding voor de algemene statuten.
We zouden u dan willen voorstellen om over enkele weken in Maastricht samen te komen tot het opmaken van statuten voor een Federale Bond. U zou ons verplichten indien U ons een exemplaar van uw statuten zou willen zenden. Een gelijk schrijven is verzonden naar de zusterorganisaties te
Roermond, Heerlen en Venlo. Het bestuur hoopt spoedig gunstige berichten van U te ontvangen.

Het bestuur van de Limburgsche Kunstkring te Maastricht.


Maastricht 28 februari 1920.
Aan de besturen van de Kunstkringen te Heerlen, Roermond en Venlo.

Mijne Heeren!
De Federatie der Limburgsche Kunstkringen is sedert enkele maanden het onderwerp van besprekingen geweest in de vergaderingen van het bestuur met de werkende leden van de Limburgsche Kunstkring te Maastricht. Verschillende kwesties kwamen hierbij ter sprake wier oplossingen niet van na grondige
studie verkregen werd. Het resultaat dier besprekingen was het volgende:
De Federatie zou moeten bestaan uit verschillende sub-afdelingen bv. één voor beeldende kunst, één voor literatuur, één voor kunstnijverheid, één voor muziek enz. Elk dezer afdelingen benoemt een bestuur en een jury. Deze sub-afdelingen zouden dan ondergebracht worden in één Bond op federatieve grondslag gevormd.
De Limburgsche Kunstkring tak was van oordeel dat wat betreft beeldende kunst de leiding in elk geval van Maastricht zou moeten uitgaan.
Indien Maastricht in deze geen overwegenden invloed heeft, dan zou onze vereniging niet tot de Federatie kunnen toetreden.
Gaarne vernemen we uw oordeel over ons voorstel. Indien U er in principe mee akkoord kunt gaan, zouden we, na afspraak met het bestuur van Uw vereniging, een dag willen bepalen waarop de verschillende besturen der Kunstkringen in Limburg of hunne afgevaardigden een gecombineerde vergadering zouden houden om de Federatie tot stand te brengen.

Met de meeste hoogachting,
V. Smeets


De Federatie van Limburgsche Kunstkringen

Uit een brief (‘Verrekening en verantwoording van het financieële beheer van 1919’) aan de Gemeenteraad van Maastricht van begin 1920 (datum onbekend) blijkt het gezamenlijke voornemen van drie kunstkringen (Venlo heeft kennelijk afgehaakt) om de Federatie van Limburgse Kunstkringen op te richten:

……Verder meent het bestuur tot Uw kennis te moeten brengen dat gisteren de eerste vergadering heeft plaats gehad van de afgevaardigden van de Kunstkringen van Maastricht, Heerlen en Roermond waarop besloten is een Federatie van Limburgsche Kunstkringen te stichten. Als stad van het
bestuur wordt Maastricht aangewezen. Ook deze omstandigheid zal ongetwijfeld meerdere kosten veroorzaken. Tenslotte meent de vereniging hiervan te moeten betuigen dat het DB van de gemeente de welwillendheid heeft betoond bij het verzoek voor subsidie en dat zij bij deze de vrijheid heeft hierop in te gaan.
Uw meest dierbaren,
J.Hustinx en V. Smeets.

(Transcriptie uit het handschrift: Jos Solberg)