In april 1919 mochten Limburgse kunstenaars een ontwerp indienen voor een nieuw uit te geven kunsttijdschrift. Het initiatief daartoe kwam van de ‘Kunstkring Heerlen’, die op dezelfde avond ook het besluit nam om haar naam te veranderen in “Kunstkring voor Limburg’, niet te verwarren met de ‘Limburgsche Kunstkring’ uit Maastricht. Rob Graafland, bestuurslid van de Limburgsche Kunstkring werd uitgenodigd zitting in de jury van deze prijsvraag. Onduidelijk is wat bedoeld wordt met ‘de verschillende, aangesloten kunstvereenigingen in Limburg’. Aangesloten waarbij? En waarom vond Kunstkring Heerlen het nodig om met de naamsverandering verwarring te gaan stichten met die Maastrichtse kunstkring die optrad onder de naam ‘Limburgse Kunstkring’?
Een half jaar later, in november 1919, zou de Limburgsche Kunstkring een poging ondernemen om tot verdergaande samenwerking te komen tussen de Kunstkringen van Heerlen, Roermond en Venlo. Een poging die voor zover bekend geen resultaat had, waarschijnlijk omdat de Limburgsche Kunstkring wat de schilderkunst betrof zich superieur voelde en de leiding in de nieuw op te richten federatie naar zich toe wilde trekken.
Uit de Limburger Koerier, 1 april 1919 (bron: Delpher, auteur onbekend)
Kunstkring voor Limburg.
Vrijdagavond vergaderde de Kunstkring HEERLEN. Besloten werd o. a. den naam te veranderen in Kunstkring voor Limburg, gevestigd te HEER-
LEN. Verder werd met algemeene stemmen het voorstel aangenomen tot uitgave van een kunsttijdschrift onder redactie van Dr. Felix Rutten, Marie Koenen en Jean van de Voort.
Het zal, als orgaan der verschillende aangesloten kunstvereenigingen in Limburg, meerdere bekendheid geven aan Limburgsche kunstschatten en het werk van Limburgsche kunstenaars.
Om het tijdschrift te laten verschijnen ineen artistiek en gewestelijk eigen omslag, werd besloten tot uitschrijving vaneen prijsvraag. Voor het gekozen ontwerp is f 100.— beschikbaar gesteld.
De deelname aan deze prijsvraag is voor ieder in Limburg wonend kunstenaar toegestaan, terwijl ook Limburgsche kunstenaars buiten de provincie daaraan kunnen deelnemen.
Meerdere inlichtingen over deze prijsvraag zullen per circulaire aan de Limburgsche kunstenaars bekend gemaakt of door den secretaris, den heer Jos Ritzen, Geerstraat 81, HEERLEN, verstrekt worden. Om inde jury zitting te nemen’ hebben zich bereid verklaard Dr. P. J. H. Cuypers, Herman Moerkerk, pastoor Pascal Schrneitz, Joh. Rob. Graafland, M. N. Ramakers en Jean van de Voort.
De inzendingen zuilen voor 1 Mei bij den secretaris moeten ingekomen zijn, daar het kunsttijdschrift vóór Augustus zal verschijnen.
Bovendien werd in deze vergadering besloten, einde April een kunstavond te organiseeren, waarvoor de medewerking verzekerd is van een van
Nederlands grootste piano-virtuozen, Willem Andriessen te ’s-Gravenhage.