De architectenkronkels van Clemens Maassen

Categorie: Installaties & Schilderen & Uitgelicht

Geschreven door:
Gepubliceerd op:
Kunstenaar(s):

Dat Clemens Maassen van huis uit architect is, vind je in veel van zijn werk terug. Bouwen, construeren, balanceren, spelen met ideeën totdat zich een vorm ontwikkelt; zoals ook de architect start met een paar schetsen waaruit dan een helder ontwerp ontstaat. Het zijn ideeën die de wereld af en toe op zijn kop zetten, zoals in de nutteloze Clockmill, een molen die volkomen uit balans lijkt. Dit is immers geen molen, hij wekt geen energie op maar heeft net energie nodig om te kunnen bewegen.

kunstwerk / installatie van hout en metaal
Is de ‘Balance bench’ in balans of juist volkomen uit balans?

Voor Clemens is het leven een feest wanneer hij in zijn atelier aan de slag is. Het doet er eigenlijk niet toe of het een tekening, een schilderij, een meubel of een installatie is. Wat er wel toe doet, is dat het bedenken en maken hand in hand moeten gaan. Iets maken wat vooraf tot in detail is bedacht vindt hij saai.

Clemens Maassen genoot een degelijke architectuuropleiding en hij heeft altijd veel plezier beleefd aan het maken van reisschetsen. Op een gegeven moment ontstonden als vanzelf uit die reisschetsen autonome kunstwerken en besloot Clemens dat hij kunstenaar was. Tot in 2006 combineerde hij zijn privé-werk nog met een docentschap aan de TU Eindhoven, sindsdien werkt hij fulltime in zijn eigen bedrijf, Clemens Maassen kunst & design. Daar maakt hij op papier, schilderijen op doek, meubels en installaties. Wanneer de gelegenheid zich voordoet neemt hij deel aan land-art manifestaties en inmiddels geeft hij ook weer teken-/schilderlessen in zijn eigen atelier, dat is gevestigd in een voormalige kleuterschool, een pand van de Stichting Ateliers Maastricht, in de Sint Josephstraat in Maastricht.

De Clockmill is enkel en alleen zichzelf, hij is nutteloos en verbruikt zelfs elektriciteit om te kunnen draaien.

Lucht verplaatsen als doel

Een folly is een nutteloos bouwwerk, uitsluitend gebouwd ter vermaak. De clockmill is geen molen. Hij draait wel maar maalt niets. Het is ook geen klok want hij geeft de tijd niet aan. Hij is geen familie van de windmolens, daarvoor is hij te klein. Hij is ook geen familie van de molens in de voortuinen, daarvoor is hij te groot. De clockmill is enkel en alleen maar zichzelf, clockmill. Doorgaans is een folly een statisch bouwwerk. De clockmill heeft als extra dat er bewegende delen aan zitten. Het nutteloze heb ik benadrukt door deze elektrisch aangedreven installatie alleen maar lucht te laten verplaatsen.

MIJN WERKWIJZE HEEFT ALS GEVOLG DAT MIJN WERK NOGAL UITEENLOPEND IS. GALERIEHOUDERS VINDEN DAT NIET LEUK, MAAR MEER VAN HETZELFDE MAKEN LEIDT BIJ MIJ TOT NIET MEER DAN EEN SOORT AFTREKSELS VAN EERDER WERK”

Clemens Maassen

Clemens’ inzending voor een door een begrafenisonderneming uitgeschreven prijsvraag bestond uit de bewerking van een (overigens foeilelijke) standaard lijkkist. Elke deelnemer had hetzelfde type kist als vertrekpunt, maar ieder kreeg door de organisatie een eigen ‘opdrachtgever’ toegewezen. Voor de opdrachtgeefster van Clemens Maassen betekende overlijden niet veel meer dan verhuizen naar ‘de andere kant van de ruit’, en het geheel moest een zekere vrolijkheid uitstralen. Voor haar kinderen maakte hij uit het resterende hout van het kistdeksel 2 urnen.

kunstwerk dat een boom verbeeld

Reïncarnatie van een boom

Voor de manifestatie Kunst op het Hof, in Lubbeek nabij Leuven (België), maakte Clemens in samenwerking met Hilda de Schutter op haar erf de Arbus Reïnc. Die is gemaakt van hout dat ooit opgroeide op het erf, dat later gebruikt werd als kaphout bij de bouw van de nabijgelegen schuur, en dat na renovatie van de schuur als sloophout wachtte op een nieuwe bestemming. In de kruin van de boom konden bezoekers plaatsnemen op een stoel voor een moment van meditatie en om te genieten van een prachtig uitzicht. Inmiddels heeft de boom het door een storm begeven en werd hij ritueel verbrand. Uit de as zal ooit weer een nieuwe boom verrijzen.

MEESTAL BEGIN IK, MET EEN VAAG IDEE OVER WAT HET UITEINDELIJK ZOU KUNNEN WORDEN, MET WAT VLEKKEN EN LIJNEN OP HET DOEK. IK HEB DAN IETS OM OP TE REAGEREN

Clemens Maassen zegt zelf over zijn schilderijen: “Meestal begin ik, met een vaag idee over wat het uiteindelijk zou kunnen worden, met wat vlekken en lijnen op het doek. Ik heb dan iets om op te reageren. Verder werkend ontstaan er vormen en structuren (die vaak maar weinig meer met de oorspronkelijke gedachte te maken hebben) waar ik aan doorwerk tot ik denk dat het schilderij “af” is. Soms gaat dat snel, maar meestal is het een langdurig proces. Vervolgens hang ik het in mijn atelier aan de wand. Na verloop van tijd, na een week of twee, weet ik of het echt af is, of het werk zichzelf geworden is. Deze werkwijze heeft als gevolg dat de aard van mijn werken nogal uiteenlopend is. Galeriehouders vinden dat niet leuk, maar meer van hetzelfde maken leidt bij mij doorgaans tot niet meer dan een soort aftreksels van eerder werk.
Meer realistisch werk maak ik soms naar aanleiding van actualiteiten, of omdat een thema me een tijdlang boeit. Zo ontstonden bijvoorbeeld een reeks verhalende schilderijen met ballonnen, en een reeks zeegezichten waarop alleen water en lucht te zien is”.

In schilderijen die voor hem vallen onder de noemer ‘realistisch’, zoals bij dit Nemesia, grijpt Clemens vaak terug naar de actualiteit.

Liever samenwerken

Clemens verafschuwt het wollige jargon dat vaak in de kunst gebezigd wordt en de daarmee samenhangende mystificaties. Hij zegt zelf: “Ik doe niet geheimzinnig over mijn werk en zoek daarom, voor reflectie en samenwerking, steeds contact met andere kunstenaars die daar ook zo over denken. Ik vind die onder andere bij Mattanja Coehoorn en Jeroen Meijs in het ateliergebouw waar ik werk, bij mijn zoon Lucas Maassen in Eindhoven en bij een aantal leden van de Limburgse Kunstkring. Installaties maakte ik in samenwerking met onder andere Ralf Brodrück, Hilda de Schutter en Rob van Acker.”